Het onderwijskundig concept van de school luidt als volgt:
Kenmerkend voor onze lespraktijk is de participatie van leerlingen tijdens de les. Startend vanuit een klassikaal instructiemoment, maken wij gebruik van onderdelen van coöperatief onderwijs en verkrijgen op deze manier een zo groot mogelijke actieve betrokkenheid bij de lessen.
De leerlingen worden actief betrokken door:
De vragen zo vorm geven dat alle leerlingen moeten denken en doen, zoveel mogelijk leerlingen moeten verwoorden en dat reflecteren van eigen vaardigheden t.o.v die van groepsgenoten wordt gezien als leren/competentie verhoging.
Werkvormen zo te kiezen dat leerlingen gebruik kunnen maken van de kennis of vaardigheden van een ander en/of hun kennis of vaardigheden te delen met (overbrengen op) een ander.
Het hanteren van verschillende leerstrategieën wordt in ons onderwijs aangeboden en gestimuleerd:
Er wordt een verlengde instructie gegeven aan leerlingen die dat nodig hebben en een verkorte instructie aan kinderen die met weinig of geen informatie aan het werk kunnen. Verder bieden wij verdiepende stof aan voor leerlingen die dat aankunnen (compacting). Dit i.c.m. het koppelen aan werk aan tijd, leert de kinderen hun werk te plannen en medeverantwoordelijkheid voor hun ontwikkeling te krijgen. In de bovenbouw komen er steeds langer wordende periodes waarin kinderen hun werk moeten plannen en uitvoeren.
Wekelijks wordt gebruik gemaakt van het circuitmodel. Tijdens het circuit komen er 4 onderdelen aan bod. Drie onderdelen worden door de leerlingen zelfstandig uitgevoerd. Het andere onderdeel is een instructie van de leerkracht. In een klein groepje kan de leerkracht heel specifiek aandacht geven aan lesstof wat ze nog niet beheersen.
Bovengenoemde onderdelen moeten er voor zorgen dat leerlingen zich competent voelen, verantwoordelijkheid leren dragen, leren respectvol met elkaar om te gaan, waardering hebben voor een ander en te leren van een ander.